Bosweg, melkkar

Hondenkar met melkketels
van de gemeenschappelijke melkfabriek
Moeders wachten tussen dunne muren
tot het al zure vocht in een kan is afgetapt
Terwijl de hond schuilt voor de zonnebrand

Is dit nou iets voor jeugdsentiment?
Of om te bedenken hoe blij je mag zijn
dat je nu een koelkast hebt
Ook al is het zo dat je in je buurt
geen hond meer kent

Peter Noordhoek

Bron:
Deze foto, rond 1925 genomen, toont een melkboer (eerst wijkknecht genoemd) van de N.V. Goudsche Melkinrichting (G.M.I.) met zijn door een trekhond voortbewogen melkkar met daarop melk en grasboter. De GMI-fabriek begint op 2 april 1900 aan de Turfsingel wijk P no. 100 (na 1909 no. 33-35), op de hoek van de Singelstraat, met de levering van melk en zuivelproducten. Deze fabriek werkt met moderne technieken, waaronder pasteurisatie en sterilisatie, en wordt geleid door Herman Nicolaas Valckenier de Greeve (1871-1935). Er is een laboratorium waar wordt gewaakt over kwaliteit en veiligheid en de melkkarren die de melk naar de afnemers vervoeren hebben koperen melkbussen, die luchtdicht zijn en ’s zomers met flanellen hoezen worden omkleed om bederf te voorkomen. 
De melkboeren lopen tweemaal daags hun rondes behalve – uiteraard – op zondag. Het vee van de leveranciers staat onder toezicht van de districts-veearts. 
In 1904 komt er een stoommachine en in 1910 een elektromotor van 10 PK. In 1920 wordt de fabriek uitgebreid om aan de eisen van grootafnemer NV Galak Condensed Milk Co. te voldoen, waarvan het ontvangstation in Stolwijkersluis zit; ook in de jaren ’30 wordt de fabriek uitgebreid. De NV wordt eind 1941 omgezet in een firma en deze gaat in 1961 op in de Nederlandse Melkunie. 
Volgnr.: 	086 					
Bron:     SAMH 0440.71147