Boelekade

Gedicht:

Ze bouwden huisjes voor wie op een steenworp stad wilde zien
hoe gras groeit op weiden waar was te drogen lag
waar telefoonmasten bomen vervingen en 
waar pannenkoeken en sushi op het podium staan. 

Het maakt niet uit of die huizen honderd jaar 
of honderd dagen oud zijn
aan het begin van de Kadebuurt 
blijkt een boel aan de hand.

Jeffrey van Geenen

Bron:

Deze prentbriefkaart uit circa 1918, vervaardigd door een onbekende fotograaf, toont enkele van de zogenoemde Blekershuisjes. De Boelekade begrensde vroeger een water dat grotendeels parallel lag aan de Blekerssingel. Waarschijnlijk is de naam ontleend aan de boelhouwers, de afgedekte schuiten die met name in de vaart op Rotterdam werden gebruikt, tot in de 17e eeuw. De naam komt al in de 15e eeuw in stukken voor en in de 16e eeuw is al sprake van enige bebouwing. Aan de Boelekade vind je eeuwenlang wasserijen en blekerijen naast sier- en moestuinen. Als het stadsbestuur eind 19e eeuw besluit met een zekere systematiek woningen te bouwen voor de groeiende bevolking, wordt als eerste de Boelekade bebouwd. Tussen 1887 en 1890 wordt het water langs deze kade gedempt. Het aldus ontstane pad wordt bestraat en worden enkele rijtjes eenvoudige woningen opgetrokken, vooral bedoeld voor arbeiders van de buiten de binnenstad gelegen wasserijen en blekerijen. Deze arbeiders zijn tot dan veelal onder slechte omstandigheden gehuisvest in sloppen en stegen. Enkele particuliere instanties zetten zich daarom in voor verbetering van hun woonsituatie, vooruitlopend op de Woningwet van 1901. Het resultaat zijn deze Blekershuisjes (Boelekade 132-162 en 187-235), kleine maar hygiƫnische woningen met identieke onbepleisterde klokgeveltjes.
Volgnr.:      006 				
Bron doc.: GBG 27-01
Bron:	    SAMH 0440-54680